Het volgende scenario is vast wel herkenbaar: je komt van je werk en daarna moet je snel even eten koken. De groente is zo klaar als je het roerbakt en het vlees is ook zo gebraden. Maar aardappels schillen kost al even tijd en daarna is het vaak lang wachten voordat de aardappels aan de kook zijn. En daarna duurt het altijd veel langer dan je lief is voordat ze gaar zijn. Dat moet toch sneller kunnen, nietwaar?
Om je gekookte aardappels sneller te laten garen, kunnen wij je het volgende aanraden:
Een goede dunschiller
Aardappels koken begint nu eenmaal met aardappels schillen. En aardappels schillen kost tijd. Daar ontkom je niet aan. Maar het schillen van aardappels kan wel minder tijd kosten als je een goede dunschiller gebruikt. Die goedkope dunschillertjes uit de budgetwinkels zijn voor ons meestal een bron van ergernis. Goed die lekker weg en koop een echt goede dunschiller. Daar he je nog jaren plezier van. Je kunt natuurlijk een metalen dunschiller kopen maar wij vinden de scherpe randen van zo’n metalen handvat minder prettig. Ook zijn ze lastiger af te wassen, er blijft altijd water in zitten. En metaal voelt niet altijd even prettig aan in de hand. Daarom zijn wij een grote fan van dunschillers met een niet al te dik kunststof handvat. De Victorinox dunschillers zijn daar een mooi voorbeeld van en zijn nog best betaalbaar.
Kleiner snijden
Ten eerste moet je zorgen dat je ze in kleinere stukjes snijdt. Laat ze dus niet zo groot als in onderstaande foto. Je hoeft er geen kleine dobbelsteentjes van te maken maar als je de kleine aardappels in twee stukken snijdt, de gemiddelde aardappels in vier stukken en de grote in zes stukken dan bereikt de warmte van het kookwater het binnenste beduidend sneller. Als je er aardappelpuree van wilt maken: snijdt de aardappels dan gerust nog een stukje kleiner. Dan zijn ze nog eerder gaar en ze zijn ook makkelijker te stampen.
Kokend water in de waterkoker
Om te zorgen dat het water eerder kookt, kun je tijdens het schillen van de aardappels alvast een volle waterkoker aanzetten. Zodra je aardappels geschild zijn dan heb je alvast kokend water om de pan mee te vullen. De aardappels zelf koelen het water weliswaar iets af maar je zult zien dat het water daarna weer heel snel aan de kook is. Uiteraard is het dan wel zo handig als je een beetje grote waterkoker hebt. Heb je een Cooker dan is het natuurlijk helemaal makkelijk, dan kun je de pan altijd vullen met kokend water. Volgens koks moet je aardappels (en alles wat onder de grond vandaan komt) eigenlijk in koud water opzetten maar als je haast hebt dan kun je niet altijd meesterkokje spelen.
Voldoende water
We hebben vast van onze moeder geleerd dat het voldoende is als de bovenste aardappels tijdens het koken een klein stukje boven de wateroppervlakte komen. Dat kan heel prima maar als je zorgt dat de aardappels gewoon goed onder water zitten, zijn ze toch net iets eerder gaar.
Klontje margarine
Een andere mogelijkheid om de aardappels eerder gaar te krijgen, is door gewoon een klontje margarine bij de aardappels te doen. Dan zij ze beduidend eerder gaar. Fijnproevers zullen het een heel klein beetje proeven maar het smaakverschil is voor de meesten echt te verwaarlozen. Mocht je de aardappels koken voor puree of stamppot: Zo wordt het zelfs iets lekkerder!